Activiteiten

Op deze pagina hebben wij activiteitenfiches uitgewerkt die kunnen bijdragen tot de bewustwording van geluidsoverlast.


Uitgevoerde preventieve benaderingen

Kleuterklasindeling: rustige hoek


ACTIVITEITFICHE


Naam
Rustige hoek
Hoofddoel

Methodes vinden om zichzelf tot rust te laten komen.
Doelstelling(en)

G.O:
Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte bewegingssituaties: 1.5. Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

-         Rustige plaats in de kleuterklas (niet naast ‘luide hoeken’ zoals poppenhoek, watertafel, ..)
-         Zachte kussens

Eventueel kan men nog kiezen voor:
-         knuffelberen
-         cd speler
-         cd met rustige muziek
-         een dekentje

Plaats

De kleuterklas
Inhoud



Instap:
- Voorstellen van de nieuwe hoek in de kleuterklas.
- Afspraken maken met de kleuters: wat kan er in deze hoek? Wat niet? (bijvoorbeeld: niet roepen, niet met de kussens gooien, we praten stilletjes in deze hoek, we nemen geen speelgoed mee van andere hoeken,wanneer gaan we in deze hoek?,..)

Verloop:
Tijdens hoekenwerk kunnen de kleuters ervoor kiezen om even in de ‘stille hoek’ te gaan zitten wanneer ze er nood aan hebben. Het is natuurlijk de bedoeling dat de kleuterleid(st)er ook steeds blijft opvolgen of de kleuters zich aan de afspraken houden.

Slot:
- De kleuterleid(st)er vraagt achteraf naar de ervaringen van de kleuters in het stille hoekje.

Bronnen

Eigen ervaringen tijdens stageperiodes.
Varianten

-         Je kan de rustige hoek ook buiten de kleuterklas maken (bijvoorbeeld: in een zaaltje, …). Dit kan wanneer je de hoek volledig wil afsluiten van de rest van de kleuterklas. Let er wel op dat je toch nog steeds voldoende overzicht  hebt over de hoek.

-         Je kan de kleuters laten helpen bij het inrichten van de rustige hoek. Ze kunnen dan ook zelf voorwerpen in de hoek leggen waar zij rustig van worden.

-         De kleuterleid(st)er kan een ‘luidruchtige hoek’ (Bijvoorbeeld: bewegingshoek, poppenhoek,..) sluiten wanneer de kleuters een werkje moeten doen, ..

Aandachtspunten


-         Het is belangrijk dat je als kleuterleid(st)er de kleuters steeds toelaat om in het stille hoekje te gaan. Natuurlijk moet je aandacht hebben voor kleuters die het ‘stille hoekje’ als vluchtmiddel van andere activiteiten zien. Daarom is het ook heel belangrijk om vooraf even na te gaan welke afspraken belangrijk zijn in jouw kleuterklas.

-         Het is heel erg belangrijk dat de kleuterleid(st)er de verschillende soorten hoeken op een leuke en aantrekkelijke manier inkleedt, zodat de kleuters voldoende worden uitgedaagd om gebruik te maken van de verschillende soorten hoeken.

-         Zorg ervoor dat een rustige hoek niet naast een luidruchtige hoek gelegen is (Bijvoorbeeld: geen boekenhoek of snoezelruimte naast de poppenhoek of bewegingshoek)



Kokerpop

Jongste kleuters



ACTIVITEITFICHE:


Naam
 
Kokerpop
Hoofddoel

Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.

Doelstelling(en)

G.O:
MV: Muziek:2. Stemvorming en zingen: 2.2 Stembeweeglijkheid, articulatie en spraakorganen: 2.2.3 De kleuters kunnen met plezier een toenemend vermogen tot experimenteren en improviseren ontwikkelen met klank, stem of instrument.

MV: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1 Luisteren en onderscheiden: 3.1.2. De kleuters kunnen klanken, geluiden, stilte en stemmingen in beluisterde muziek ervaren en herkennen.

OVSG:
Muzische vorming: Muziek: MV-MUZ-MB-2.3.5 De kleuters ervaren klanksterkte (zacht/luid), kunnen ze bewust waarnemen en er gepast op reageren.

Leeftijd

0-1K
Materiaal

-         Kokerpop
-         Eventueel muziekinstrumenten

Plaats

De kring, een zaal, ..
Inhoud



Instap:
- Fien of Tim vertelt dat ze een vriendje hebben meegenomen.
- Fien en Tim willen een spelletje spelen met de kleuters, de handpoppen spelen met de kokerpop.

Verloop:
De kleuters maken geluid met hun stem door te roepen, praten, .. wanneer de kokerpop uit het huisje is.
De kleuters zijn stil wanneer de kokerpop in het huisje zitten.

Slot:
- De kleuters krijgen een applaus van de kokerpop.
- De kokerpop gaat rond in de kring, geeft de kleuters een kusje.
- De kokerpop gaat rond in de kring, laat de kleuters met de pop nog even dansen op de ‘stilte’ die ze horen.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         De kleuters laten de kokerpop in en uit het huisje komen.

-         De kleuters bootsen de verschillende geluiden na met de stem (een geluid dat vooraf afgesproken is). Deze kunnen geluiden uit de omgeving zijn (auto, deurbel, telefoon,..) maar kunnen evengoed gevoelens zijn (wenen, lachen,..)

-         De kleuters maken geluid met muziekinstrumenten.

-         Sterke kleuterklasgroepen kan men vragen om stille geluiden of luide geluiden te produceren wanneer de kokerpop een beetje uit het huisje komt (stil geluid) of wanneer de kokerpop helemaal uit zijn huisje is (luid geluid).

Aandachtspunten


-         Zorg ervoor dat alle kleuters de kokerpop goed kunnen zien.

Oudste kleuters

ACTIVITEITFICHE:


Naam
 
Kokerpop
Hoofddoel
Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.

Doelstelling(en)

G.O:
MV: Muziek:2. Stemvorming en zingen: 2.2 Stembeweeglijkheid, articulatie en spraakorganen: 2.2.3 De kleuters kunnen met plezier een toenemend vermogen tot experimenteren en improviseren ontwikkelen met klank, stem of instrument.

Muzische vorming: Muziek: 2. Stemvorming en zingen: 2.2 Stembeweeglijkheid, articulatie en spraakorganen: 2.2.1 De kleuters kunnen lippen en tong bewuster aanwenden om te sissen, klakken en klanken pittig en scherp uit te spreken.

Muzische vorming: Muziek: 1. Ritmiek – uitgaande van een muzikale bron: 1.2 Basisbewegingen: 1.2.2 De kleuters kunnen vaststellen dat klanken, beelden en bewegingen elkaar wederzijds beïnvloeden.

OVSG:
Muzische vorming: Muziek: Muziek beluisteren: MV-MUZ-MB-3.2.1.1: De kleuters ervaren bij muziekactiviteiten verschillen in dynamiek (zacht-piano, luid-forte).

Muzische vorming: Muziek: Stemvorming: MV-MUZ-SV-16: Kleuters kunnen klanken en geluiden nabootsen.

Leeftijd

2-3K
Materiaal

-         Kokerpop
-         Grote afbeeldingen met verschillende voorwerpen / dieren / gevoelens, .. erop (Let op: zorg dat het voorwerp een herkenbaar geluid kan maken).

Plaats

De kring, een zaal, ..
Inhoud



Instap:
- Fien of Tim vertelt dat ze een vriendje hebben meegenomen.
- Fien en Tim willen een spelletje spelen met de kleuters, de handpoppen spelen met de kokerpop.

Verloop:
De kleuterleid(st)er heeft de kokerpop in zijn/haar handen. De kleuterleid(st)er heeft ook grote kaarten voorzien met verschillende afbeeldingen. (bijvoorbeeld: een vogel, een hond, een auto, een deurbel, een kleuter dat lacht, een kleuter dat weent, ..). Deze afbeeldingen hebben bij voorkeur te maken met het thema waarrond men die week werkt.

De kleuterleid(st)er legt deze afbeeldingen omgedraaid in het midden van de kring. De kleuters mogen telkens een afbeelding omdraaien.
De kleuterleid(st)er vraagt telkens aan de kleuter wat ze zien op de afbeelding en vraagt aan de kleuters om het geluid van dit voorwerp / dier, .. na te bootsen.

De kleuterleid(st)er laat de kokerpop dan vertellen dat ze het zo leuk vond, wat de kleuter deed en wil bijvoorbeeld heel veel hondjes horen.

Daarna kan de kleuterleid(st)er verder gaan en gaan oefenen op klanksterkte door de kleuters het geluid te laten nabootsen naargelang hoe laag of hoog het kokerpopje uit het huisje komt.

Slot:
- De kleuters krijgen een applaus van de kokerpop en / of Fien en Tim.
- De kokerpop gaat rond in de kring, geeft de kleuters een kusje.
- De kokerpop duid telkens een kleuter aan in de kring, de kleuters maken een geluid dat ze leuk vonden uit de activiteit of maken een geluid dat ze zelf leuk vinden.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef
Varianten

-         De kleuters laten de kokerpop in en uit het huisje komen.

-         De kleuters bootsen geluiden na met een glissando – karakter (bijvoorbeeld vliegtuig, luchtballon, ballon, vogel, springend dier,..) deze werkvorm is afhankelijk van het thema waarrond men werkt.

-         Men laat de kleuters zelf afbeeldingen tekenen, rond het thema. Deze kan men dan gebruiken tijdens deze activiteit, wat de betrokkenheid ten goede kan komen.

Aandachtspunten


-         Zorg ervoor dat alle kleuters de kokerpop goed kunnen zien.

-         Zorg voor duidelijke afbeeldingen, die een herkenbaar geluid maken.

-         Zorg ervoor dat de voorwerpen of dieren reeds behoren tot de actieve woordenschat van de kleuters.


Trekpop


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Trekpop
Hoofddoel

Bewust naar de geluiden in de omgeving luisteren.
Doelstelling(en)

G.O:
Nederlands: Luisteren: 1.1. Waarnemen en benoemen van geluiden: 1.1.1 De kleuters kunnen geluiden, soorten geluiden en signalen uit de omgeving opmerken en benoemen (herkennen).

OVSG:
Nederlands: Spreken: NL-SPR-GENL-SPR-BV-21: De kleuters kunnen in concrete situaties afspraken mee opstellen en naleven.


Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

-         Trekpop
Plaats

Kleuterklas of zaal
Inhoud



Instap:
Bij deze activiteit is geen instap voorzien.

Verloop:
In de kleuterklas kan je een bepaald figuur omhoog hangen (bijvoorbeeld een trekvogel).
Wanneer er te veel lawaai is, kan de kleuterleidster aan de trekpop trekken. Als de trekpop tot stilstand komt, is iedereen stil.

Slot:
De kleuterleid(st)er gaat verder met haar dagverloop.

Bronnen

Eigen ervaringen
Varianten

-         De trekpop kan je aanpassen naargelang het thema.

-         Je kan kiezen voor een trekpop met muziek. Hier geldt hetzelfde principe: wanneer de muziek stopt, is iedereen stil.

Aandachtspunten


-         Zorg ervoor dat de trekpop groot genoeg is, op een heel duidelijke plaats in de kleuterklas omhoog hangt.

-         Zorg ervoor dat het geluid dat de trekpop maakt, duidelijk en luid genoeg is om effectief in de kleuterklas te gebruiken.

-         Maak als kleuterleid(st)er ook steeds gebruik van de trekpop wanneer men dit wil gebruiken zodat kleuters aan het geluid (signaal) kunnen wennen.


Lichaamsbewegingen

Jongste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Reactiespel ‘lichaamsbewegingen’
Hoofddoel
-      Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.
-      Methodes vinden om zichzelf tot rust te laten komen.

Doelstelling(en)

G.O:
Lichamelijke opvoeding: 1.2 Expressie: Imiteren: 1.2.6 De kleuters bootsen houdingen na.

Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte situaties: 1.5 Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: KL-PO-BAL-1.1: De kleuters kunnen eenvoudige bewegingen en lichaamshoudingen nabootsen.

Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

0 - 1K
Materiaal

-         Handpoppen ‘Fien’ en ‘kleuterleid(st)er Leen’ of andere aanwezige handpoppen in de kleuterklas.

Plaats

De kleuterklas, zaal, buiten,..
Inhoud



Instap:
Wanneer er veel lawaai ontstaat kan de kleuterleid(st)er ineens een been of een ander lichaamsdeel in de lucht stoppen of maakt een andere plotse, onverwachte beweging. De kleuterleid(st)er legt uit dat er te veel lawaai is, dit vindt hij/zij niet leuk omdat dan zijn/haar oren pijn doen.

De kleuterleid(st)er vraagt aan kleuterleid(st)er Leen wat hij/zij in hem/haar kleuterklas doet wanneer alle kleuters lawaai maken en Fien haar oren pijn doen.
De kleuterleid(st)er laat kleuterleid(st)er Leen vertellen  dat ze dan met hem/haar kleuters in de kleuterklas een spel spelen waar iedereen elkaar moet nabootsen.

De kleuterleid(ster) daagt de kleuters uit om haar na te bootsen.

Verloop:
De kleuterleid(st)er toont eenvoudige bewegingen. De kleuters bootsen haar na.

Slot:
De kleuterleid(st)er gaat verder met de activiteit wanneer de kleuters niet meer praten.

Bronnen

Eigen ervaringen
Varianten

-         De kleuterleid(st)er laat de kleuters moeilijkere/makkelijkere bewegingen uitvoeren naargelang de kleuterklasgroep.

-         Een kleuter toont een beweging die de andere kleuters moeten nabootsen.

Aandachtspunten


-         Het is heel belangrijk dat de kleuterleid(st)er zelf ook aangeeft dat ze lawaai niet leuk vindt en daarom deze activiteit doet met hen, zo merken de kleuters ook dat ze mogen vertellen wanneer ze iets te luid vinden. Het geeft de kleuters ook een idee hoe ze zelf ‘lawaai’ kunnen aanpakken, hun lichaam zelf weer tot rust brengen.


Oudste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Lichaamsbewegingen (=reactiespel)
Hoofddoel
-      Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.
-      Methodes vinden om zichzelf tot rust te laten komen.

Doelstelling(en)

G.O:
Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte bewegingssituaties: 1.4 Lichaamsopbouw: 1.4.2 De kleuters tonen in het bewegen dat ze de opbouw van het lichaam aanvoelen en kennen en dat ze intuïtief rekening houden met de lichaamsopbouw en met lichaamsgrenzen en -verhoudingen.

Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte situaties: 1.5 Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: KL-PO-BAL-2.3 De kleuters kunnen gelijksoortige lichaamsdelen afzonderlijk bewegen.

Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

2 - 3 K
Materiaal

-         Handpoppen ‘Fien’ en ‘kleuterleid(st)er Leen’
Plaats

De kleuterklas, zaal, buiten,..
Inhoud



Instap:
Wanneer er veel lawaai ontstaat kan de kleuterleid(st)er ineens een been of een ander lichaamsdeel in de lucht stoppen of maakt een andere plotselinge, onverwachte beweging. De kleuterleid(st)er legt uit dat er te veel lawaai is, dit vindt hij/zij niet leuk omdat dan haar/zijn oren pijn doen.

De kleuterleid(st)er vraagt aan kleuterleid(st)er Leen wat zij in haar kleuterklas doet wanneer alle kleuters lawaai maken en Fien haar oren pijn doen.
De kleuterleid(st)er laat kleuterleid(st)er Leen vertellen  dat ze dan met haar kleuters in de kleuterklas een spel spelen waar iedereen elkaar moet nabootsen.

De kleuterleid(st)er daagt de kleuters uit om hem/haar na te bootsen.

Verloop:
De kleuterleid(st)er kan een moeilijke bewegingen tonen, die de kleuters moeten nabootsen. (bijvoorbeeld: één arm verticaal in de lucht, de andere horizontaal opzij), ..

De kleuterleid(st)er kan de kleuters ook bewegingsopdrachten geven, deze zijn afhankelijk van de beschikbare plaats:
-         liggen zodat je voeten hoger zijn dan je knieën
-         staan maar het hoofd moet lager zijn dan het zitvlak.
-         beide benen in de lucht stoppen

Slot:
De kleuterleid(st)er gaat verder met de activiteit wanneer de kleuters niet meer praten.

Bronnen

Eigen ervaringen
Varianten

-         De kleuterleid(st)er laat de kleuters moeilijkere / makkelijkere bewegingen uitvoeren naargelang de kleuterklasgroep.

-         Een kleuter toont een beweging die de andere kleuters moeten nabootsen.

Aandachtspunten


-         Het is heel belangrijk dat de kleuterleid(st)er zelf ook aangeeft dat ze lawaai niet leuk vindt en daarom deze activiteit doet met hen, zo merken de kleuters ook dat ze mogen vertellen wanneer ze iets te luid vinden. Het geeft de kleuters ook een idee hoe ze zelf ‘lawaai’ kunnen aanpakken, hun lichaam zelf weer tot rust brengen.



Versjes


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Versjes
Hoofddoel

Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
Doelstelling(en)

GO:
Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte situaties: 1.5 Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

Geen materiaal nodig
Plaats

De kleuterklas, een zaal, de refter, buiten, tijdens een uitstap, …
Inhoud



Instap:
Is bij een versje niet van toepassing, doordat het versje op elke moment van de dag kan gebruikt worden. Het is een middel om de aandacht van de kleuters te trekken.

Verloop:
De kleuterleid(st)er zegt het versje op wanneer de kleuters te veel lawaai maken. De kleuterleid(st)er kan hierdoor snel de aandacht trekken. Het is door de tekst van de versjes ook meteen duidelijk wat de kleuterleid(st)er van de kleuters wil.

De versjes kan je vinden op volgende pagina’s.

Slot:
Het is belangrijk dat de kleuterleid(st)er ook duidelijk maakt waarom ze het versje opzegt.

Bronnen

Op volgende pagina’s ziet u steeds waar we het vermelde versje gevonden hebben.

Varianten

-      Naast de stilteversjes die specifiek dienen om de kleuters stil te krijgen, kan je ook versjes gebruiken die de kleuters reeds aangeleerd hebben tijdens specifieke thema’s.

-      Men kan ook liedjes zingen (zie fiche: werken met stilteliedjes)

Aandachtspunten
Geen aandachtspunten


Liedjes


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Liedjes
Hoofddoel

-      Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
-      Een beter stemgebruik hanteren.

Doelstelling(en)

G.O:
Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte situaties: 1.5 Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

-         Blokfluit (om de begintoon over te nemen)
Plaats

De kleuterklas, een zaal, de refter, buiten, tijdens een uitstap, …
Inhoud



Instap:
Is bij een stiltelied niet van toepassing, doordat het lied op elke moment van de dag kan gebruikt worden. Het is een middel om de aandacht van de kleuters te trekken.

Verloop:
De kleuterleid(st)er zingt het lied wanneer de kleuters te veel lawaai maken. De kleuterleid(st)er kan met een lied, snel de aandacht trekken. Het is door de tekst van de liedjes ook meteen duidelijk wat de kleuterleid(st)er van de kleuters wil.

De stilteliedjes kan je vinden op volgende pagina’s, met partituur.

Slot:
Het is belangrijk dat de kleuterleid(st)er ook duidelijk maakt waarom ze het liedje zingt.

Bronnen

Zie bibliografie bachelorproef


Varianten

-      Naast de stilteliedjes die specifiek dienen om de kleuters stil te krijgen, kan je ook themaliedjes gebruiken die de kleuters reeds aangeleerd hebben tijdens specifieke thema’s.

-      Men kan ook versjes opzeggen (zie fiche: werken met versjes)

Aandachtspunten
Geen aandachtspunten


Muziekinstrumenten


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Muziekinstrumenten
Hoofddoel
-      Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
-      Geluiden van verschillende voorwerpen herkennen.

Doelstelling(en)

G.O:
Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte situaties: 1.5 Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

-         Blokfluit
-         Xylofoon
-         Klankschaaltjes
-         Vingercymbaaltjes
-         Bellenriempje

of

-         Een ander muziekinstrument dat zacht en aangenaam klinkt.
Plaats

De kleuterklas
Inhoud



Instap:
Is bij deze activiteit niet van toepassing, doordat de kleuterleid(st)er op elke moment van de dag muziek kan maken met de muziekinstrument. Het is een middel om de aandacht van de kleuters te trekken.

Verloop:
Wanneer er geluidsoverlast aanwezig is in de kleuterkleuterklas neemt de kleuterleid(st)er een muziekinstrument naar keuze en maakt geluid met het muziekinstrument.
De kleuterleid(st)er kan dit op elk moment doen. De kleuterleid(st)er kan dit tijdens hoekenwerk doen door in elke hoek langs te gaan terwijl ze haar muziekinstrument bespeelt. De kleuterleid(st)er kan dit ook tijdens een activiteit doen wanneer de kleuters luidruchtig zijn.

Slot:
Dit is bij deze activiteit niet van toepassing. De kleuterleid(st)er gaat verder met haar activiteit of schakelt over naar een volgende activiteit.

Bronnen
Zie bibliografie bachelorproef
Varianten

-         Men kan afwisselen door steeds een ander muziekinstrument te bespelen.

-         De kleuterleid(st)er kan eventueel een melodietje spelen met zijn / haar muziekinstrument.

Aandachtspunten
Geen aandachtspunten



Nieuwe preventieve uitgevoerde benaderingen

Geluidenspel

Jongste kleuters


ACTIVITEITFICHE:


Naam
 
Geluidenspel
Hoofddoel

-      Bewust naar geluid in de omgeving luisteren.
-      Zijn eigen meningen/ervaringen uiten op een beleefde manier.

Doelstelling(en)


G.O:
Nederlands: 3.1 Beluisteren van geluiden: 3.1.2 De kleuters kunnen geluiden op hun gevoelswaarde catalogeren.

Nederlands: 3.1.1 De kleuters kunnen variatie in geluiden beluisteren.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.03: De leerlingen kunnen geluiden onderscheiden volgens hun sterkte, hoogte, timbre, duur.

Leeftijd

0 – 1K
Materiaal

-         CD (zie bijgevoegde pagina met CD erin)
-         Fien en Tim

Plaats

De kring, de kleuterklas, de turnzaal, de refter, ..
Inhoud



Instap:
- De kleuterleid(st)er laat een sterk geluid horen en laat Fien haar oren af nemen bij een luid geluid. Wanneer er een zacht geluid te horen is laat Fien haar oren op haar hoofd.

Verloop:
De kleuterleid(st)er laat de kleuters proberen om hun oren van hun hoofd te nemen. Wanneer dit niet lukt moeten de kleuters een oplossing bedenken (handen over de oren leggen). Daarna laat de kleuterleid(st)er verschillende geluiden horen. De kleuters leggen dan hun handen op hun oren wanneer dit te luid / onaangenaam voor het kleuter is. Wanneer de kleuters hun handen op hun knieën laten liggen vind de kleuter het geluid niet te luid / aangenaam.

Slot:
- De kleuterleid(st)er vraagt aan een aantal kleuters wat ze een leuk / niet zo leuk geluid vonden.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef
Varianten

/
Aandachtspunten

-         Het is belangrijk om als kleuterleid(st)er geen enkele reactie als ‘goed’ of ‘fout’ te zien. Elk kleuter ervaart geluid anders. De kleuterleid(st)er kan de kleuters hier ook op wijzen wanneer er verschillende reacties van de kleuters zijn.

 

Oudste kleuters


ACTIVITEITFICHE:


Naam
 
Geluidenspel
Hoofddoel

-      Bewust naar geluid in de omgeving luisteren.
-      Zijn eigen meningen/ervaringen uiten op een beleefde manier.

Doelstelling(en)


G.O:
Nederlands: 3.1 Beluisteren van geluiden: 3.1.2 De kleuters kunnen geluiden op hun gevoelswaarde catalogeren.

Nederlands: 3.1.1 De kleuters kunnen variatie in geluiden beluisteren.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.03: De leerlingen kunnen geluiden onderscheiden volgens hun sterkte, hoogte, timbre, duur.

Leeftijd

2– 3 K
Materiaal

-         CD (zie bijgevoegde pagina met CD erin)
-         Eventueel poppen ‘Fien en Tim’

Plaats

De kring, de kleuterklas, de turnzaal, de refter, ..
Inhoud



Instap:
- De kleuterleid(st)er laat een sterk geluid horen en laat Fien haar oren af nemen bij een luid geluid. Wanneer er een zacht geluid te horen is laat Fien haar oren op haar hoofd. De kleuterleid(st)er vertelt daarna dat wij ook geluiden ‘stil’ of ‘luid’ kunnen vinden.

Verloop:
De kleuterleid(st)er laat een sterk geluid van de CD horen. De kleuterleid(st)er houdt daarna een gesprek met de kleuters en stelt volgende vragen:

-         Vond je het geluid luid of stil?
-         Waarom vindt je het geluid leuk of niet leuk?
-         Waar doet het pijn als je dit geluid hoort?
-         Heb je het geluid al eens gehoord?
-         Waar heb je het geluid al gehoord?
-         ..

Slot:
- De kleuterleid(st)er laat de kleuters een geluid maken die ze leuk / niet leuk vinden.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

/

Aandachtspunten

Het is belangrijk om als kleuterleid(st)er geen enkele reactie als ‘goed’ of ‘fout’ te zien. Elk kleuter ervaart geluid anders. De kleuterleid(st)er kan de kleuters hier ook op wijzen wanneer er verschillende reacties van de kleuters zijn.


 Geluidsmeter

Jongste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Geluidsmeter
Hoofddoel

-      Bewust naar geluid in de omgeving luisteren.
-      Zijn eigen meningen/ervaringen uiten op een beleefde manier.

Doelstelling(en)


G.O:
Nederlands: 3.1 Beluisteren van geluiden: 3.1.2 De kleuters kunnen geluiden op hun gevoelswaarde catalogeren.

Nederlands: 3.1.1 De kleuters kunnen variatie in geluiden beluisteren.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.03: De leerlingen kunnen geluiden onderscheiden volgens hun sterkte, hoogte, timbre, duur.

Leeftijd

0 – 1K
Materiaal

-         Een geluidsmeter met drie gezichtjes van Fien.               Fien geeft telkens een ander gevoel weer:
blij gezicht (een groene achtergrond)
neutraal gezicht (een oranje achtergrond)
droevig gezicht (een rode achtergrond)

Plaats

De kring, de kleuterklas, de turnzaal, de refter, ..
Inhoud



Instap:
De kleuterleid(st)er vertelt aan de kleuters dat ze de geluidsmeter van Fien mee heeft. De kleuterleid(st)er legt uit dat je met een geluidsmeter het geluid kan meten. De kleuterleid(st)er laat de kleuters eens roepen: de kleuterleid(st)er zet de wasknijper op het blije gezichtje (met een groene achtergrond). Vervolgens fluisteren de kleuters: de kleuterleid(st)er zet de wasknijper op het blije gezichtje.

Wanneer de kleuters dit begrijpen mogen de kleuters eens normaal ‘hallo’ zeggen: de kleuterleid(st)er zet dan de wasknijper op het neutrale gezichtje (met een oranje achtergrond).

De kleuterleid(st)er bespreekt telkens met de kleuters op welke kleur / welk soort gezichtje de wasknijper staat. De kleuterleid(st)er bespreekt ook met de kleuters hoe Fien zich zou voelen bij dit soort geluid. 

 Verloop:
De kleuterleid(st)er vertelt aan de kleuters dat de kleuters zelf nu Fien mogen zijn. De kleuterleid(st)er laat daarna geluiden van een CD horen. De kleuters zetten telkens hun wasknijper op één gezichtje.
De kleuters laten telkens aan de andere kleuters zien op welk gezichtje ze hun wasknijper gezet hebben.

Slot:
-De kleuterleid(st)er duidt een kleuter aan die een geluid mag maken in de kleuterklas. Een andere kleuter mag zijn wasknijper op een gezichtje zetten.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         Men kan het spel ook als tussendoortje gebruiken om het in de kleuterklas te introduceren. Bij een boos gezichtje mogen de kleuters luid roepen, bij een blij gezichtje zijn de kleuters stil.

-         Je hoeft deze activiteit niet in één keer te geven. Je kan ook ‘instap’, ‘kern’ en ‘slot’ als drie verschillende activiteiten geven.

Aandachtspunten

-         Het is belangrijk om als kleuterleid(st)er geen enkele reactie als ‘goed’ of ‘fout’ te zien. Elk kleuter ervaart geluid anders. De kleuterleid(st)er kan de kleuters hier ook op wijzen wanneer er verschillende reacties van de kleuters zijn.


Oudste kleuters


ACTIVITEITFICHE:


Naam
 
Geluidsmeter
Hoofddoel

-      Bewust naar geluid in de omgeving luisteren.
-      Zijn eigen meningen/ervaringen uiten op een beleefde manier.

Doelstelling(en)


G.O:
Nederlands: 3.1 Beluisteren van geluiden: 3.1.2 De kleuters kunnen geluiden op hun gevoelswaarde catalogeren.

Nederlands: 3.1.1 De kleuters kunnen variatie in geluiden beluisteren.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.03: De leerlingen kunnen geluiden onderscheiden volgens hun sterkte, hoogte, timbre, duur.

Leeftijd

2 – 3K
Materiaal

-      Lappenpop ‘Fien’
-      Een geluidsmeter met drie kleuren:
een groen vakje
een oranje vakje
een rood vakje
-         CD (zie bijgevoegde pagina met CD erin)

Plaats

De kring, de kleuterklas, de turnzaal, de refter, ..
Inhoud



Inleiding:
- De kleuterleid(st)er laat een geluid horen en laat Fien haar oren af nemen bij een luid geluid. Wanneer er een zacht geluid te horen is laat Fien haar oren op haar hoofd. De kleuterleid(st)er vertelt daarna dat wij ook geluiden ‘stil’ of ‘luid’ kunnen vinden. De kleuterleid(st)er geeft aan elke kleuter een geluidsmeter (die ze eventueel zelf geknutseld hebben).

Verloop:
De kleuterleid(st)er laat een geluid van de CD horen. De kleuters zetten hun wasknijper op een vakje op de geluidsmeter:
Het rode vakje: te veel lawaai:

Het groene vakje: laag geluidsniveau
Het oranje vakje: normaal geluidsniveau
Het rode vakje: hoog geluidsniveau

De kleuterleid(st)er houdt na elk beluisterd geluid een gesprek met de kleuters en stelt volgende vragen:

-         Vond je het geluid luid of stil?
-         Waarom vindt je het geluid leuk of niet leuk?
-         Waar doet het pijn als je dit geluid hoort?
-         Heb je het geluid al eens gehoord?
-         Waar heb je het geluid al gehoord?
-         ..

Slot:
- De kleuterleid(st)er laat de kleuters een geluid maken dat ze leuk /niet leuk vinden.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         De kleuters maken zelf geluiden (met de stem, voorwerpen of instrumenten) terwijl de andere kleuters hun wasknijper op een zelfgekozen vakje zetten.

Aandachtspunten

-         Het is belangrijk om als kleuterleid(st)er geen enkele reactie als ‘goed’ of ‘fout’ te zien. Elk kleuter ervaart geluid anders. De kleuterleid(st)er kan de kleuters hier ook op wijzen wanneer er verschillende reacties van de kleuters zijn.



Geluiden herkennen

Jongste kleuters


ACTIVITEITFICHE



Naam
 
Geluiden herkennen
Hoofddoel

Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
Doelstelling(en)


G.O
Muzische vorming: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1 Luisteren en onderscheiden: 3.1.1 De kleuters kunnen aandachtig luisteren en zo verschillende geluiden waarnemen, benoemen en erover praten.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.06: De leerlingen kunnen soorten van geluiden (mensen, dieren, machines, ...) onderscheiden.

Leeftijd

0 – 1 K
Materiaal

-         CD met verschillende geluiden op (eventueel rond het thema)
-         Concreet materiaal (die de geluiden op de CD maken)

Plaats

De kleuterklas (tijdens hoekenwerk) of de kring
Inhoud



Instap:
-De kleuterleid(st)er legt het materiaal klaar op de tafel.
- De kleuterleid(st)er laat de kleuters in de hoeken spelen, kiest een aantal kleuters voor dit spel (dit spel heeft geen max. aantal spelers)

Verloop:
De kleuterleid(st)er laat een geluid horen. De kleuters nemen het voorwerp, dat dit geluid maakt. Daarna vertelt de kleuterleid(st)er of het genomen voorwerp juist of fout is. Wanneer het fout is, moeten de kleuters het voorwerp terug leggen. Als het juist is, mag de kleuter dit voorwerp houden om mee te spelen.

Slot:
- De kleuters mogen spelen met hun gevonden voorwerpen.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         De kleuters krijgen een huisje, .. (volgens het thema) om hun voorwerpen in te leggen, ..

-         Men kan deze activiteit heel makkelijk aanpassen naargelang het thema.

Aandachtspunten

-         Het gaat niet over ‘winnen’ maar vooral dat de kleuters op een leuke wijze omgaan met geluid.


Oudste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Geluiden herkennen
Hoofddoel

Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
Doelstelling(en)


G.O
Muzische vorming: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1 Luisteren en onderscheiden: 3.1.1 De kleuters kunnen aandachtig luisteren en zo verschillende geluiden waarnemen, benoemen en erover praten.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.06: De leerlingen kunnen soorten van geluiden (mensen, dieren, machines, ...) onderscheiden.

Leeftijd

2 – 3K
Materiaal

-         CD met verschillende geluiden op (eventueel rond het thema)
-         Prenten van de voorwerpen die te horen zijn op de CD

Plaats

De kleuterklas (tijdens hoekenwerk) of de kring
Inhoud



Instap:
-De kleuterleid(st)er legt het materiaal klaar op de tafel.
- De kleuterleid(st)er laat de kleuters in de hoeken spelen, kiest een aantal kleuters voor dit spel (dit spel heeft geen max. aantal spelers)

Verloop:
De kleuterleid(st)er laat een geluid horen. De kleuters nemen de prent die bij dit geluid hoort. De kleuterleid(st)er zegt of de genomen afbeelding correct is. Wanneer het fout is, moeten de kleuters de afbeelding terug leggen. Als het juist is, mag de kleuter de afbeelding bijhouden.

De bedoeling is dat de kleuters zoveel mogelijk afbeeldingen verzamelen.

Slot:
- De kleuters tellen hoeveel afbeeldingen ze gevonden hebben.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         Men kan deze activiteit heel makkelijk aanpassen naargelang het thema.

-         Men kan in sterke kleuterklasgroepen ook werken rond gevoelens en handelingen die een bepaald geluid kunnen weergeven.

Aandachtspunten

-         Zorg voor duidelijke, grote afbeeldingen.
-         Zorg voor duidelijke geluiden.



Nieuwe niet -uitgevoerde preventieve benaderingen

Vertelplaten

Jongste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Vertelplaten
Hoofddoel

-      Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.
-      Het gevolg van zijn eigen stemvolume en handelingen inzien.

Doelstelling(en)


G.O:
Nederlands: 3. Lezen: 2. Leesvaardigheid: 2.2 Situaties in beeldtaal: 2.2.1 De kleuters kunnen opsommen, benoemen, etiketteren.

OVSG:
Nederlands: Lezen: NL-LEZ-DV-D03-01-03: De leerlingen kunnen getekende toestanden, handelingen of gebeurtenissen herkennen en meedelen wat er wordt afgebeeld.

Leeftijd

0 - 1 K
Materiaal

-          Vertelplaat (deze kan je vinden op de volgende pagina, om deze zelf te gebruiken in de kleuterklas kan u terecht op onze website.)

Plaats

De kleuterklas (in de kring)
Inhoud



Instap:
- Fien en Tim willen aan de kleuters een tekening laten zien.
- De kleuterleid(st)er zorgt ervoor dat de vertelplaat reeds op een zichtbare plaats omhoog hangt (aan de muur of prikbord) met een doek erover. Samen halen ze het doek weg.
- De kleuterleid(st)er zorgt ervoor dat de prent in een doos zit. Ze verstopt deze ergens in de kleuterklas. De kleuters mogen in de kleuterklas naar de doos zoeken, daarna openen ze samen met de kleuterleid(st)er de doos.

Verloop:
Bij het weghalen van het doek, past de kleuterleid(st)er volgende stap toe:

  1. Vrije waarneming: de kleuterleid(st)er laat de kleuters kijken naar de prent en laat hen vrij verwoorden wat ze zien. De kleuterleid(st)er kan eventueel ook vragen stellen wanneer het niet van de kleuters zelf komt: wat is hij / zij aan het doen?, waarom zou hij dat doen?, zou hij blij of boos zijn?,.. 
Slot:
-De kleuterleid(st)er vertelt over haar eigen ervaringen rond lawaai. Er kunnen ook situaties vanuit de kleuterklas, de school, .. vermeld worden.

Bronnen
zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         Men kan ook de verhalenbundel van ‘Fien en Tim’ gebruiken om nog meer aandacht te besteden aan ‘geluidsoverlast in de kleuterklas.’ (deze vindt men ook bij het deel ‘bijlagen’ of op de website)

Aandachtspunten

-         Zorg ervoor dat alle kleuters de prent goed kunnen zien.

-         Zorg voor een grote, duidelijke prent.

-         Laat de kleuters op een rechte rij voor de prent zitten zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan over de gebruikte begrippen (naast, rechts, links).


Oudste kleuters



ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Vertelplaten
Hoofddoel

-      Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.
-      Het gevolg van zijn eigen stemvolume en handelingen inzien.

Doelstelling(en)


G.O:
Nederlands: 3. Lezen: 2. Leesvaardigheid: 2.2 Situaties in beeldtaal: 2.2.1 De kleuters kunnen situaties in beeldtaal begrijpen, interpreteren en verwoorden.

Nederlands: Spreken: 2. Verkenning – taal als communicatiemiddel: 2.1 Spreken om zich kenbaar te m2.1.1 De kleuters spreken over ervaringen of gebeurtenissen uit de eigen omgeving of over wat ze van anderen vernamen.

OVSG:
Nederlands: Lezen: NL-LEZ-DV-D02-01: De kleuters kunnen zich op basis van de illustraties een beeld vormen over de te verwachten inhoud van een tekst en hun persoonlijke ideeën hierover meedelen.

Nederlands: Spreken: NL-SPR-DV-D03-03-02-04: De kleuters kunnen een zin waarin zij een gevoelen uitdrukken correct formuleren.

Leeftijd

2 - 3 K
Materiaal

-          Vertelplaat (deze kan je vinden op de volgende pagina, om deze zelf te gebruiken in de kleuterklas kan u terecht op onze website.)

Plaats

De kleuterklas (in de kring)
Inhoud



Instap:
- Fien en Tim willen aan de kleuters een tekening laten zien.
- De kleuterleid(st)er zorgt ervoor dat de vertelplaat reeds op een zichtbare plaats omhoog hangt (aan de muur of prikbord) met een doek erover. Samen halen ze het doek weg.
- De kleuterleid(st)er zorgt ervoor dat de prent in een doos zit. Ze verstopt deze ergens in de kleuterklas. De kleuters mogen in de kleuterklas naar de doos zoeken, daarna openen ze samen met de kleuterleid(st)er de doos.

Verloop:
Bij het weghalen van het doek, past de kleuterleid(st)er volgende stappen toe:

  1. Vrije waarneming: de kleuterleid(st)er laat de hun eerste indrukken verwoorden. Dit gebeurt zonder dat er vragen gesteld worden aan de kleuters.

  2. Geleide waarneming: de kleuterleid(st)er stelt vragen over de prent (wie zien we?, waar zijn ze?, wat doen ze?, hoe zou hij / zij zich voelen?).
Slot:
Gesprek over de eigen ervaringen en gevoelens: de kleuterleid(st)er vraagt aan de kleuters of ze zelf al eens iemand horen roepen hebben in de kleuterklas, zelf al eens geroepen hebben in de kleuterklas, zelf al eens pijn aan de oren ervaren hebben.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         De kleuterleid(st)er kan ook de verhalenbundel van ‘Fien en Tim’ gebruiken om nog meer aandacht te besteden aan ‘geluidsoverlast in de kleuterklas.’ (deze kan je ook vinden bij het deel ‘bijlagen’ of op de website)

Aandachtspunten

-         Zorg ervoor dat alle kleuters de prent goed kunnen zien.

-         Zorg voor een grote, duidelijke prent.

-         Laat de kleuters op een rechte rij voor de prent zitten zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan over de gebruikte begrippen (naast, rechts, links).



Geluiden opnemen


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Geluiden opnemen
Hoofddoel

-      Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
-      Zijn eigen meningen/ervaringen uiten op een beleefde manier.
-      Geluiden van verschillende voorwerpen herkennen.

Doelstelling(en)


G.O
Muzische vorming: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1 Luisteren en onderscheiden: 3.1.1 De kleuters kunnen aandachtig luisteren en zo verschillende geluiden waarnemen, benoemen en erover praten.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.06: De leerlingen kunnen soorten van geluiden (mensen, dieren, machines, ...) onderscheiden.

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3k
Materiaal

-         dictafoon

Plaats

De kleuterklas (tijdens hoekenwerk), de kring, buiten, ..
Inhoud



Instap:
- De kleuterleid(st)er laat de kleuters de dictafoon zien. Ze neemt een geluid op. Hierdoor zullen de kleuters de werking van de dictafoon beter begrijpen.

Verloop:
De kleuterleid(st)er gaat samen op zoek met de kleuters naar stille of luide geluiden. De kleuterleid(st)er neemt dit op met de dictafoon. Wanneer de kleuters het geluid als te luid of onaangenaam ervaren leggen de jongste kleuters hun handen op hun oren. De oudste kleuters kunnen dit mondeling verwoorden.

Slot:
- De kleuters bootsen enkele opgenomen geluiden na met de stem.
- Men kan een kringgesprek houden met de oudste kleuters.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         De sterke kleuterklasgroepen kunnen zelf geluiden opnemen met de dictafoon.

-         De kleuterleid(st)er kan in de kleuterklas geluiden opnemen, deze laten beluisteren en bespreken met de kleuters.

-         De kleuters kunnen zelf geluiden maken met de stem. Dit kan ook eens opgenomen worden.
-         De jongste kleuters kan je de handen op hun oren laten leggen wanneer ze het geluid als onaangenaam ervaren. Wanneer ze het geluid aangenaam vinden leggen ze hun handen bijvoorbeeld op hun knieën.

Aandachtspunten

Geen aandachtspunten


Lotto geluidenspel

Jongste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Lotto geluidenspel
Hoofddoel

-      Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
-      Geluiden van verschillende voorwerpen herkennen.

Doelstelling(en)

G.O:
Wiskunde: Meten: 2.2. De kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.

Muzische vorming: Muziek: 2. Stemvorming en zingen: 2.2. Stembeweeglijkheid, articulatie en spraakorganen: 2.2.2 De kleuters luisteren naar (herkennen of herinneren zich) geluiden en bootsen ze na.

Muzische vorming: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1 Luisteren en onderscheiden: 3.1.1 De kleuters kunnen aandachtig luisteren en zo verschillende geluiden waarnemen, benoemen en erover praten.

OVSG:
Wiskunde: Meten van lengte, gewicht, inhoud, oppervlakte, omtrek, volume (DB-WI-MET-02): DB-WI-MET-02.03. De kleuters kunnen voorwerpen handelend vergelijken steunend op één eigenschap.

Muzische vorming: Muziek: MV-MUZ-SV-16: De kleuters kunnen klanken en geluiden nabootsen.

Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.06: De leerlingen kunnen soorten van geluiden (mensen, dieren, machines, ...) onderscheiden.

Leeftijd

0 – 1K
Materiaal

-      4 spelborden met 4 vakjes waarin de afbeeldingen getekend zijn.
-      16 spelkaarten waar de afbeeldingen op getekend zijn.
-      Bijhorende CD bij het prentenboek: “Boe boe, doet Kaatje Koe!” Uitgave door Deltas, België – Nederland
ISBN90-477-852-X (deze CD kan men ook in bijlage vinden of gratis downloaden op onze website)
-      Cd - speler
Plaats

De kleuterklas (de activiteit gebeurt tijdens hoekenwerk)

Inhoud



Instap:
-De kleuterleid(st)er vertelt aan de kleuters dat ze een geluidenspel meegenomen heeft. De kleuterleid(st)er laat de kleuters in de hoeken spelen, kiest 4 kleuters die dit spel kunnen spelen.

Verloop:
De kleuters krijgen elk een spelbord. Alle kaartjes worden, met de tekening naar boven, op tafel gelegd. De kleuterleid(st)er laat de CD afspelen.
In het begin van de CD worden er geluiden afgespeeld. De kleuters komen om de beurt aan bod. Na het beluisteren van het geluid, mogen de kleuters het geluid nabootsen. De kleuters mogen nadien het kaartje nemen met de tekening erop van het dier / voorwerp dat ze horen. Nadien horen de kleuters, na elk geluid een kort liedje over het specifieke dier of voorwerp. Zo kunnen de kleuters horen of ze juist waren of niet.

Indien de kleuters juist waren mogen ze het kaartje dat ze al genomen hadden, op de juiste plaats op het spelbord leggen. Als de kleuters een ander dier of voorwerp in hun handen hadden dan leggen ze hun kaartje terug in het midden op de tafel.

Het is de bedoeling dat de kleuters zoveel mogelijk kaartjes op hun spelbord kunnen verzamelen.

Slot:
-De kleuterleid(st)er laat aan de andere kleuters, het volledige spelbord van de kleuters zien.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef
Varianten

¾      Men kan steeds nieuwe varianten maken op dit spel door andere tekeningen te gebruiken, zodat het steeds binnen het thema past.

Aandachtspunten
¾      Het is belangrijk dat de kleuterleid(st)er bij de jongste kleuters nog niet veel aandacht besteed aan het ‘echte winnen’. Het is de bedoeling om de kleuters op een leuke, speelse manier met geluid te laten omgaan.

¾      Zorg dat de kleuters dit spel kunnen spelen op een rustige plaats zodat de kleuters de geluiden van de CD goed kunnen horen.


Oudste kleuters


ACTIVITEITFICHE


Naam
  
Lotto geluidenspel
Hoofddoel

-      Bewust naar geluiden in de omgeving luisteren.
-      Geluiden van verschillende voorwerpen herkennen.

Doelstelling(en)

G.O:
Wiskunde: Meten: 2.2. De kleuters kunnen handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken.

Muzische vorming: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1 Luisteren en onderscheiden: 3.1.1 De kleuters kunnen aandachtig luisteren en zo verschillende geluiden waarnemen, benoemen en erover praten.

OVSG:
Wiskunde: Meten van lengte, gewicht, inhoud, oppervlakte, omtrek, volume (DB-WI-MET-02): DB-WI-MET-02.03. De kleuters kunnen voorwerpen handelend vergelijken steunend op één eigenschap.

Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.06: De leerlingen kunnen soorten van geluiden (mensen, dieren, machines, ...) onderscheiden.

Leeftijd

2 – 3 K
Materiaal

-      4 spelborden met 8 vakjes waarin de afbeeldingen getekend zijn.
-      32 spelkaarten waar de afbeeldingen op getekend zijn.
-      Bijhorende CD bij het prentenboek: “Boe boe, doet Kaatje Koe!” Uitgave door Deltas, België – Nederland
ISBN90-477-852-X (deze CD kan men ook in bijlage vinden of gratis downloaden op onze website)
-      Cd - speler
Plaats

De kleuterklas (de activiteit gebeurt tijdens hoekenwerk)
Inhoud



Instap:
-De kleuterleid(st)er vertelt aan de kleuters dat ze een geluidenspel meegenomen heeft. De kleuterleid(st)er laat de kleuters in de hoeken spelen, kiest 4 kleuters die dit spel kunnen spelen.

 Verloop:
De kleuters krijgen elk een spelbord. Alle kaartjes worden, met de tekening naar boven, op tafel gelegd. De kleuterleid(st)er laat de CD afspelen.
In het begin van de CD worden er geluiden afgespeeld. De kleuters komen om de beurt aan bod. De kleuters mogen nadien het kaartje nemen met de tekening erop van het dier / voorwerp dat ze horen. Nadien horen de kleuters, na elk geluid een kort liedje over het specifieke dier of voorwerp. Zo kunnen de kleuters horen of ze juist waren of niet.

Indien de kleuters juist waren mogen ze het kaartje dat ze al genomen hadden, op de juiste plaats op het spelbord leggen. Als de kleuters een ander dier of voorwerp in hun handen hadden dan leggen ze hun kaartje terug in het midden op de tafel.

Het is de bedoeling dat de kleuters als eerste, alle kaartjes op hun spelbord gevonden hebben.

Slot:
-De kleuterleid(st)er laat aan de andere kleuters, het volledige spelbord van de kleuters zien.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef
Varianten

¾      Men kan steeds nieuwe varianten maken op dit spel door andere tekeningen te gebruiken, zodat het steeds binnen het thema past.

Aandachtspunten
¾      Zorg dat de kleuters dit spel kunnen spelen op een rustige plaats zodat de kleuters de geluiden van de CD goed kunnen horen.


Techniekspel: ‘Het oor’



ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Techniekspel: ‘Het oor’
Hoofddoel

Het gevolg van eigen handelingen inzien.
Doelstelling(en)


G.O:
Wereldoriëntatie: Techniek: 3.3.1. De kleuters kunnen een explorerende en experimentele aanpak tonen om meer te weten te komen over techniek..

OVSG:
Techniek hanteren – Gebruiken (DB-WO-TEC-02)
DB-WO-TEC-02.02. De kleuters kunnen vaardig en correct omgaan met materialen en gereedschappen aangepast aan hun leeftijd..

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

-         Een houten oor
-         Onderdelen ‘dokter Bibber’ – spel
-         Stukje koperdraad
(zie volgende pagina voor foto’s)
-         Eventueel de handpoppen ‘Fien’ en ‘Tim’
Plaats

De kleuterklas (deze activiteit gebeurt tijdens hoekenwerk)
Inhoud



Instap
- Fien vertelt dat dit haar oor is en dat haar oren niet van lawaai houden. Hierbij maakt men ook afspraken die bij dit spel tellen. (één kleuter per keer, bij een geluid mag de volgende meteen,..)

Verloop:
Bij deze activiteit hoeft de kleuterleid(st)er niet veel begeleiding te voorzien. De kleuterleid(st)er  hoeft enkel het spel op een tafel te zetten tijdens hoekenwerk.  De kleuters kunnen het spel dan zelfstandig spelen.

De kleuters nemen het stokje, waaraan koperdraad bevestigd is. Deze hangt vast met een lus, aan het houten oor. De kleuters moeten het stokje in hun handen nemen en proberen om zo door de opening in het oor te gaan, zonder het oor aan te raken.

Wanneer het oor geraakt wordt, is er een geluid te horen. De kleuters verliezen wanneer dit geluid te horen is, dan mag de volgende kleuter het spel spelen. Wanneer de kleuters van het beginpunt naar het eindpunt kunnen gaan met het stokje, zonder dat het geluid te horen is, wint deze kleuter.

Slot
- De kleuterleid(st)er kan even in de kring vertellen wie er gewonnen is.

Bronnen
zie bibliografie bachelorproef
Varianten

¾      Wanneer de kleuterleid(st)er dit spel wil gebruiken in de kleuterklas moet ze rekening houden met de kleuterklasgroep. Wanneer we het spel gaan gebruiken bij de jongste kleuters moet men ervoor zorgen dat er een handvat aan de koperdraad bevestigd is zodat de jongste kleuters het makkelijk in hun handen kunnen nemen.

Ook moet de kleuterleid(st)er ervoor zorgen dat de breedte van de opening om van het beginpunt naar het eindpunt te gaan groter is.

-         Je kan dit spel maken voor verschillende thema’s (Bijvoorbeeld bij het thema boerderij of thema huisdieren maakt men een kat).
Aandachtspunten

/


Geluidscontrole verkeerslicht

ACTIVITEITFICHE


Naam
 
Geluidscontrole verkeerslicht
Hoofddoel

-      Het gevolg van zijn eigen stemvolume inzien.
-      Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan passen.

Doelstelling(en)


GO:
Lichamelijke opvoeding: Motorische competenties: 1. Zelfredzaamheid in kleutergerichte situaties: 1.5 Rustervaringen: 1.5.1 De kleuters kunnen komen tot rustervaringen.

OVSG:
Lichamelijke opvoeding: Komen tot rustervaringen: KL-PO-KTR-10.1: De kleuters tonen een behoefte aan rust na een periode van activiteit.

Leeftijd

0K – 1K – 2K – 3K
Materiaal

-         Geluidscontrole verkeerslicht
(je kan dit bestellen op de website
http://www.marsival.be/geluidscontrole-verkeerslicht77968-p-4504.php?osCsid=1808a865964a9ea6ae854fe4354ed49e, laatst geraapdleegd op 23/08/(13)
Plaats

De kleuterklas.
Inhoud



Instap:
- De kleuterleid(st)er hangt het verkeerslicht omhoog op een zichtbare plaats in de kleuterklas.
- De kleuterleid(st)er legt uit hoe het verkeerslicht werkt aan de hand van spelletjes:
De kleuters mogen eens luid roepen: het rode licht van het verkeerslicht brandt.
De kleuters mogen eens fluisteren: het groene licht van het verkeerslicht brandt.
Er mogen eens een aantal kleuters door elkaar luid praten: het oranje verkeerslicht brandt.

De kleuterleid(st)er herhaalt dit een aantal keren en bespreekt telkens met de kleuters wat ze zien veranderen op het verkeerslicht.
De kleuterleid(st)er legt bij de jongste kleuters vooral de nadruk op de gezichtjes (rood: boos gezicht, oranje: neutraal gezicht, groen: blij gezicht).

Verloop:
De kleuterleid(st)er vertelt aan de kleuters dat ze het verkeerslicht in de kleuterklas omhoog gaat laten hangen. De kleuterleid(st)er vertelt dat ze in haar kleuterklas alleen maar het groene licht / blije gezichtje wil zien. De kleuterleid(st)er kan ook uitleggen waarom ze dit wil (hoofdpijn, niets meer begrijpen van wat andere kleuters zeggen, ..)

Slot:
- De kleuterleid(st)er kan aan de oudste kleuters vragen wat ze van het verkeerslicht in de kleuterklas vinden. (is er minder lawaai in de kleuterklas?, vindt je het leuker in de kleuterklas wanneer er minder lawaai is?, is het een goed middel om geluidsoverlast te vermijden?,..).

- De kleuterleid(st)er kan bij de jongste kleuters zelf vertellen welk licht ze vaak heeft gezien vandaag en haar eigen gevoelens hierbij verwoorden (Bijvoorbeeld: Vandaag heb ik veel het blije gezichtje gezien op onze geluidsmeter, daarom ben ik blij want ik heb geen hoofdpijn). De kleuterleid(st)er kan natuurlijk ook de sterkere kleuters laten vertellen welk gezichtje ze vaak gezien hebben in de kleuterklas.

Bronnen
zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         Je kan met het verkeerslicht spelletjes spelen op momenten dat er wat tijd over is om te wennen aan het verkeerslicht.

Aandachtspunten

-         Zorg ervoor dat het verkeerslicht op een plaats hangt waar iedereen het verkeerslicht goed kan zien.

-         Geef de kleuters genoeg de tijd om te experimenteren met het verkeerslicht (bij welk geluidniveau krijg ik een groen, oranje of rood licht?) zodat de kleuters aan het verkeerslicht gewend zijn (zie varianten). De kleuters kunnen in het begin heel enthousiast zijn en net luider gaan roepen om de verschillende kleurtjes te zien.

-         Maak duidelijke afspraken met de kleuters over wat de functie van het verkeerslicht is.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten