donderdag 29 augustus 2013

Verhaal: Fien en Tim gaan naar de carnavalstoet


De school van juf Leen ligt in het centrum van de stad. Vandaag komt de jaarlijkse Carnavalstoet voorbij. De kinderen mochten van thuis verkleedkleren meebrengen. Fien had haar elfenjurkje al aangetrokken. Tim heeft een piratenpak mee.


Al de kinderen van de kleuterklas zijn uitgelaten en blij. Ze roepen en schreeuwen om het luidst. Juf Leen steekt haar armen in de lucht… De kinderen hebben het meteen in de gaten, want dit is het signaal dat er veel te veel lawaai gemaakt wordt.


Al gauw is het stil en kan juf Leen gaan vertellen. Ze mogen in de grote kring zitten. ‘Tim’ vraagt de juf ‘Vertel eens wat je papa vandaag gaat doen’. Tim staat op en vertelt tegen zijn kleuterklasgenootjes: ‘Mijn papa gaat met de tractor door de straten rijden, de tractor is helemaal vol bloemen versierd. Daarnaast loopt mama en tante Linda met grote jurken en hoeden vol bloemen gespeld.’


De juf zegt dat we na het middageten onze verkleedkleren mogen aantrekken. Daarna gaan we achter het hek van ons schoolplein wachten op de stoet. Op dat moment rijdt er een zware motor door de straat. ‘BOEM!’ ‘Wat een geluid’, roept Fien. ‘Ja’ zegt juf, ‘straks als de stoet voorbij komt zal er veel geluid te horen zijn.’


De kinderen zien er allemaal gek uit, Elsje lijkt een koningin en Floris een hondje met grote flaporen, Julie is schildpad. Ook juf Leen heeft speciale kleren aangetrokken, ze is een echte clown. De kinderen mogen nu naar buiten. In de verte horen ze de muziek al. ‘Hey,’ roept Tim, ‘dat is de muziek van papa’s tractor!’ De kinderen dansen en zingen mee ‘carnaval in de stad, dat vieren wij vandaag…’


De dirigent van de fanfare geeft aan dat ze gaan vertrekken en oeps wat een geluid. De cimbalen, trompetten, trommels en fluiten maken muziek. De sfeer zit er meteen in. Fien is bang voor zoveel geluid, mijn hoofd doet pijn, ze moet haast wenen! 


Ze steekt haar armpjes in de lucht, maar er gebeurt niets! Tim komt naast haar staan en vraagt. ‘Ben je bang Fien?’ Fien is bang, heel erg bang! Ze stopt haar vingers in haar oren. ‘Er is zoveel lawaai’, zegt ze verdrietig. Maar zelfs met haar vingers in haar oren, kan ze nog steeds het lawaai horen. ‘Je hoeft niet bang te zijn’, zegt Tim, ‘want het is mijn papa’s wagen.’


Juf Leen heeft intussen opgemerkt dat Fien bang is en geeft haar een handje. Maar Fien is ontroostbaar. ‘Veel te luid!’, roept ze nog.  Juf Leen gaat met haar naar de kleuterklas, daar heb je veel minder geluid. Fien vindt carnaval buiten niet leuk, maar binnen is het veel prettiger. Ze danst en haar jukje zwiert omhoog. Zo wordt het carnavalsfeest op school toch nog leuk. ’s avonds vertelt Fien aan mama en papa over de stoet. De praalwagens en de fanfare waren heel mooi, maar al dat lawaai was er toch teveel aan.


ACTIVITEITFICHE:


Naam
 
Verhaal: ‘Fien en Tim gaan naar de carnavalsstoet’
Hoofddoel

-      Zich inleven in andere personen en zijn eigen handelingen daaraan aan te passen.
-      Zijn eigen meningen/ervaringen uiten op een beleefde manier.

Doelstelling(en)


G.O:
Muzische vorming: Muziek: 3. Muziek beluisteren: 3.1.1 De kleuters kunnen aandachtig luisteren en zo verschillende geluiden waarnemen, benoemen en erover praten.

Nederlands: 4. Luisterhouding: 4.1 De kleuters kunnen zich op geluiden en stemmen concentreren.

Nederlands: Luisteren: 2. Begrijpend, interpreterend en kritisch luisteren naar taal: 2.2 Begrijpend en interpreterend luisteren naar taal : 2.2.5 De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen.

OVSG:
Nederlands: Luisteren: NL-LUI-BV-B02.03: De leerlingen kunnen geluiden onderscheiden volgens hun sterkte, hoogte, timbre, duur.

Nederlands: Luisteren: NL-LUI-DV-D03.04.03: De leerlingen kunnen in een beluisterd verhaald of hoorspel de inleiding, de kern en het slot bondig vertellen indien het verhaal op hun niveau is verteld of voorgelezen.

Leeftijd

0-1K
2-3 K
Materiaal

-         prenten verhalenbundel ‘Fien en Tim’
-         handpoppen: Fien, Tim en juf Leen

Plaats

De kring, een zaal, de speelplaats
Inhoud



Instap:
- Fien en Tim kondigen het verhaal aan: ‘Fien en Tim gaan naar de carnavalsstoet’.

Kern:
De leerkracht vertelt het verhaal met de nodige lichaamstaal, expressie en mimiek.
De leerkracht kiest zelf hoe hij / zij de prenten gebruikt bij het voorlezen.

 Slot:
- Afsluiting door Fien en Tim.
- Evaluatie met of zonder prenten.
De kleuterleid(er)ster stelt vragen aan de kleuters in verband met het verhaal. De kleuterleid(ster) stelt eerste algemene vragen (zoals bijvoorbeeld: ‘over wie gaat het verhaal?’, …) om na te gaan of de kleuters het verhaal begrepen hebben.
Pas daarna stelt hij/zij meer specifieke vragen zoals:
* Wat doet Fien als haar oren pijn doen?
* Kunnen wij ook onze oren afnemen als er te veel lawaai is?
* Wat zouden wij kunnen doen als er te veel lawaai is?
*…
Het is belangrijk dat de kleuterleid(ster) duidelijk maakt aan de kleuters dat Fien haar oren kan afnemen terwijl dat dit voor ons niet vanzelfsprekend is. Je vraagt of ze zelf ervaring hebben met het onderwerp van het verhaal en of zij hierbij zelf enkele suggesties kunnen aanbrengen die wel een oplossing kunnen bieden.

0-1K
Met de jongste kleuters kan je als evaluatie een geluidspel aanbieden. Je laat de kleuters de geluiden uit het verhaal horen en spreekt af dat ze de oren dicht stoppen als ze het geluid niet aangenaam vinden en dat ze hun oren open houden als ze het geluid wel aangenaam vinden. Je laat hun ervaren dat ze ook nog altijd geluid kunnen horen wanneer hun oren gestopt zijn. En dat dit dus geen sluitende oplossing biedt tegen geluidsoverlast.

- Kringgesprek rond lawaai / geluid.
- Geluiden uit het verhaal nabootsen.

Bronnen

zie bibliografie bachelorproef

Varianten

-         Men kan de geluiden uit het verhaal zelf nabootsen of eens met een CD werken waar de geluiden opstaan.
(geluiden kan men hier vinden:
http://www.findsounds.com/ISAPI/search.dll)

-         Zelf nog geluiden binnen het thema met de kinderen zoeken.

Aandachtspunten

/


Geen opmerkingen:

Een reactie posten